De nieuwe olievelden van Noord-Dakota trekken Amerikaanse mannen uit het hele land aan. Soms komt hun vriendin mee. Die heeft dan werk dat minder goed verdient en eerder klaar is. Sydné McKinney heeft weinig te doen overdag. Het is vooral wachten op haar vriend die veel geld verdient in de olie.

 

Met opgetrokken benen zit Sydné McKinney (19) in het halfdonker op de bank. Diep weggezakt in de bruine kussens, toegedekt met een fleecedekentje lijkt ze wel een deel van het reusachtige meubel. Alleen haar vingers bewegen onophoudelijk. Ze glijden over het scherm van haar iPad en haar mobiele telefoon. Of ze rammelen aan haar babyroze Xbox console, terwijl ze op het scherm monsters tot bloederige pulp schiet.

Een flatscreentelevisie was de eerste grote aankoop van het geld dat haar vriend Vyper Unnerstall (20) op één van de olie-installaties van Williston verdiende. Het apparaat bewijst goede diensten. Zodra één van de twee thuis is – meestal Sydné – gaat hij aan.

Boven haar hangt een schilderijtje met oneliners: Dream big, try new things. Find a passion and pursue it. Make every moment count. Maar het wachten op Vyper maakt de goede voornemens lastig. Het is nog maar twee uur ’s middags. Ze heeft nog vier uur stuk te slaan. Waarschijnlijk langer.

Afgezien van naar de supermarkt gaan is er weinig te doen overdag. De meeste van Sydné McKinney’s vrienden en familieleden wonen in de buurt van Chicago. Dat is een dagreis oostwaarts. Ze mist ze, maar ze zou niet terug willen. ,,Thuis is waar Vyper is.”

Vyper is zoals iedere dag om een uur of zes ’s ochtends met zijn collega’s de uitgestrekte graslanden ingereden. Hij werkt vijf à zes dagen per week op een van de olie-installaties. Als jongste bediende is het zijn taak een olieleiding naar boven te halen als er iets verstopt of kapot is. Kilometers pijp gaan door zijn handen, terwijl hij in een soort metalen bak een meter of tien boven de grond hangt. Altijd in een brandwerend pak, te warm voor de zomer, te koud voor de winter. Dat pak houdt ook de olievlekken van zijn lijf, maar zijn handen en gezicht zitten onherroepelijk iedere dag onder de olie als hij thuis komt. De oliegeur, het gezicht met olievlekken en de rauwe randen onder zijn nagels zijn bij hem gaan horen.

Het is zwaar en gevaarlijk werk, maar net als alle banen in de olievelden betaalt het krankzinnig goed. Vyper verdient 26 dollar per uur. Werkt hij over: 36 dollar. Omdat hij zelden een dag minder dan twaalf uur achter elkaar werkt, verdient hij elke maand achtduizend dollar. Niet slecht voor een jongvolwassene zonder middelbare schooldiploma.

Sydné McKinney werkt zelf ook. In het plaatselijke bejaardenhuis. Ze heeft een lager salaris en kan minder uren maken dan haar vriend.
,,Ik hoop altijd dat hij vroeg thuis is, maar aan het eind van de maand hoop ik weer dat hij veel overuren gemaakt heeft”, zegt Sydné. Ze is altijd ongerust. In februari brak Vyper op drie plaatsen zijn heup, toen hij weggedrukt werd door een vierhonderd kilo wegend metalen platform. Hij zat een paar maanden thuis.

Sydné beschrijft het moment dat ze hoorde van Vypers ongeluk als ,,het zwaarste moment in mijn leven”. Toch zou ze niet willen dat haar vriend een andere baan zocht. Ze houdt van de levensstijl die ze erop nahouden dankzij het geld van de olie. De angst dat Vyper nog eens iets overkomt, neemt ze op de koop toe.

Zo kunnen ze leven zoals ze willen, vindt Sydné. De huur van hun driekamerappartement is 2.500 dollar. Sydné kan haar opleiding journalistiek afmaken en dan nog hebben ze geld over om hun grotemensenleven verder uit te bouwen. Ze droomt van een huwelijk en een eigen huis.

Als ze rond een uur of vijf ’s middags naar buiten gaat om een uitstapje naar de supermarkt te maken, zegt ze: ,,Het is eigenlijk een hele mooie dag.”

Beeld: Ilvy Njiokiktjien