Morgen start de Energiedialoog. Volgens de organisator, het ministerie van economische zaken, is het nodig om burgers, overheden en bedrijven te betrekken bij de verandering naar een duurzame energiehuishouding. Maar liggen hun ideeën daarvoor niet allang op het bureau van minister Kamp? ‘Dit is pure vertraging.’

De opening van de Energiedialoog wordt morgen ongetwijfeld het feestelijke evenement dat het ministerie van economische zaken voor ogen heeft. Astronaut André Kuipers komt naar Rotterdam en opent daar samen met minister Henk Kamp van economische zaken de Energiedialoog, die op die dag ook in Leeuwarden en Eindhoven wordt gehouden. Na de opening zullen Kamp en Kuipers in Rotterdam aanschuiven bij verschillende discussies over hoe Nederland zijn energiehuishouding kan verduurzamen. De discussie duurt tot juli, het ministerie heeft er zelfs een speciale website voor opgezet. Voor burgers bijvoorbeeld, die hun ideeën kwijt willen.

Ook Joris Wijnhoven, campagneleider energie van Greenpeace, zal morgen aan een van die discussietafels zitten. “Met frisse tegenzin”, zegt hij. De mensen die aanschuiven, maar ook de argumenten die over tafel gaan, die kent hij al. “Het zijn the usual suspects die ik op de deelnemerslijst zie staan, ik weet al wat ze gaan zeggen.” Zij weten dat waarschijnlijk ook van hem.

Toch gaat Wijnhoven, omdat hij vindt dat de vraagstelling deugt. “Als iemand vraagt om mee te denken over hoe we af kunnen komen van kolen, gas en olie, dan wil Greenpeace meepraten. Dat laten we niet aan de Eons en Shells van deze wereld. Maar verwacht ik nieuwe argumenten? Nou nee. Zo’n conferentie als deze, daar heb je er een hoop van.”

Het is niet voor het eerst dat er gepolderd wordt op het energiedossier. Het Energieakkoord kwam in 2013 tot stand na overleg met ruim veertig partijen, van Greenpeace tot Shell. Dit Energieakkoord is de invulling van het Nederlandse energiebeleid tot 2023 en is in wezen de uitvoering van de door Europa opgelegde energiedoelstelling: in 2020 moet 14 procent van het energieverbruik in Nederland uit hernieuwbare bronnen komen.

Dat klinkt weinig, maar voor een land dat ingericht is op fossiele energie, is het een behoorlijke opgave. Het Energieakkoord kwam met nog zeven jaar voor de deadline dan ook rijkelijk laat. Drie jaar later, en met nog vier jaar op de klok, zit Nederland op 5,5 procent. Alleen Frankrijk is verder verwijderd van haar Europese doelstelling. Alleen Malta en Luxemburg verbruiken procentueel minder duurzame energie.

Voor de periode na 2023 ligt er nog geen beleid, maar er zijn al wel internationale afspraken gemaakt tijdens de klimaattop in Parijs, eind vorig jaar. Dat door Nederland ondersteunde akkoord stelt onder andere dat de opwarming van de aarde onder de twee graden moet blijven, het liefst zelfs anderhalve graad. Het kabinet wil de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 80 tot 95 procent terugdringen (ook dit zijn afspraken op Europees niveau). Maar hoe, dat is de noot die het ministerie van economische zaken uiteindelijk moet kraken. En de Energiedialoog is daar onderdeel van.

Marjan Minnesma van het burgerinitiatief Urgenda doet in ieder geval niet mee aan de Energiedialoog, al werd zij wel uitgenodigd om mee te praten. “Deze dialoog is volkomen overbodig, het is pure vertraging. En het stoort me dat iedereen er weer intrapt. We hebben een jaar lang met zestig partijen om de tafel gezeten voor het Energierapport. Daarvoor zaten dezelfde partijen om de tafel voor het Energieakkoord, de plannen zijn allang bekend. Ik ga niet nog een jaar lopen kletsen met dezelfde mensen.

“Het is weer hetzelfde circus. Mijn buurman gaat hier echt niet heen. Het zijn geen willekeurige mensen, maar professionals en semi-professionele burgers die al weten wat er moet gebeuren.”

 

Maar het zijn niet alleen milieuclubs die lobbyen voor een honderd procent duurzame energiemix, die niet meedoen aan de Energiedialoog. Ook energiebedrijf Delta, die de kernenergielobby in Nederland vertegenwoordigt, ontbreekt in Rotterdam, Eindhoven of Leeuwarden. “Wij proberen onze standpunten naar voren te brengen aan de beleidsbepalende kant”, aldus een woordvoerder van het Zeeuwse energiebedrijf. “We hebben een duidelijke lobby tegen kolen gevoerd. Dat doen we op de plekken waar het zin heeft. We kiezen ervoor om dat niet via deze dialoog te doen.”

Zwalkend overheidsbeleid
Energiebedrijven als Nuon en Essent (onderdeel van het Duitse RWE) schuiven wel aan tafel. Zij hebben de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in gascentrales, in afwachting van een strenger CO2-beleid. Gas werd gezien als aanvulling op duurzame, maar lastig te voorspellen energiebronnen als wind- en zonne-energie. Maar onder andere door de lage kolenprijs staan deze gascentrales nagenoeg stil.

Tegelijkertijd zien ze dat investeringen in duurzame energie stroef verlopen, onder andere door een zwalkend overheidsbeleid en trage vergunningstrajecten. Een overheid die duidelijk richting geeft aan de omschakeling naar duurzaam, zou een bedrijf als Nuon tegemoetkomen. Nuon loopt nu vast op z’n stilstaande gascentrales in combinatie met een lage stroomprijs, onder andere door gesubsidieerde stroom uit Duitsland.Nuon en Essent hopen dus op een breed fundament voor het beleid van de toekomst en vinden een dialoog nuttig. “Het is een investering. Met een goeie, breed gedragen koers kunnen wij door, en komen we niet meer voor verrassingen te staan. Bovendien is het belangrijk om de consument bij het energiedebat te betrekken”, zegt de woordvoerder van Essent.

Onduidelijk is welke rol is weggelegd voor de burger in de Energiedialoog; de website waar burgers zich aan kunnen melden met ideeën opent pas morgen. Die burger roert zich op dit moment met name in het windmolendebat maar ook bijvoorbeeld bij de gaswinning in Groningen. Daar lopen de gemoederen van omwonenden hoog op. Meer dialoog zou nog meer strijd moeten tegengaan. Maar energie is zo’n ingewikkeld dossier, waarbij marktbelangen, politieke belangen en burgerbelangen kriskras door elkaar heenlopen, dat het de vraag is of burgers zich achteraf sowieso wel genoeg gehoord zullen voelen.

Ook politiek gezien ligt het energiedossier gevoelig, zowel binnen de Eerste en Tweede Kamer. Kamps eigen partij, de VVD, is zeer kritisch over windenergie, terwijl Kamp bij de uitvoering van het Energieakkoord uit 2013 juist aangewezen is op de bouw van windparken, zowel op land als op zee. Een opvolger van dit akkoord, waar de Energiedialoog dus de aftrap voor zou moeten zijn, belooft een belangrijk onderwerp te worden tijdens de volgende kabinetsformatie. Maar zo lang de dialoog nog gaande is, tot deze zomer, en de ambtenaren op het ministerie nog bezig zijn met de verwerking en rapportage van de discussie, tot dit najaar, hoeft Kamp de politieke arena niet in.